Piet Vet, geboren op 14 december 1948, begint zijn veelbesproken biljartcarriëre als vijfjarig jongetje in het café van zijn ouders in Hilversum. Van zijn vader leert hij de basisprincipes van het spel en met hem speelt hij ook zijn eerste partijtjes.
Zoals zovelen voor hem al hadden aangetoond is het café-biljart vaak de uitgelezen plaats om je de eerste beginselen eigen te maken.
Toch duurt het nog tot zijn 17e voordat hij daadwerkelijk biljartles krijgt. Wel meteen van een begrip in de internationale biljartwereld, namelijk de legendarische René Vingerhoed. Geroemd als de voorloper van Raymond Ceulemans, ook een begrip natuurlijk.
Al snel blijkt dat Piet over een bijzonder talent beschikt. Talent dat je maar zelden tegenkomt en van het soort dat niet te leren valt. Net als andere biljartgrootheden ziet hij de oplossing al snel en kan dat patroon zo uitvoeren dat het doorgaans een lange zit wordt voor zijn tegenstander. Tijdens dergelijke bijzondere partijen vragen zijn tegenstanders zich dan ook niet af of ze kunnen winnen, maar of ze nog wel aan de beurt komen.
Na veel trainingsarbeid, gekoppeld aan het talent bleef Piet natuurlijk niet onopgemerkt.
Na een imposant aantal jeugdtitels volgt de definitieve doorbraak op het hoogste niveau
(de ereklasse) in 1970 toen hij Nederlands kampioen werd. Al snel volgde internationaal succes met het Europees kampioenschap met het Nederlands team in 1976.
We kunnen rustig stellen dat Piet Vet, samen met een select groepje internationale toppers, ruim 15 jaar lang de internationale toernooien beheerste. Hij werd maar liefst 7 x Nederlands kampioen, waarvan 4 x Libre, 2 x Cadre 47/2 en 1 x Pentathlon (alle spelsoorten).
Daarbij werd hij 3 x Europees kampioen met het Nederlands team (Vet, Vultink, Van der Smissen, Bongers en Van Bracht).
Nog altijd kent iedereen in de biljartwereld elkaar en zijn de grootheden van weleer vaak op één of andere manier bezig in het wereldje.
Piet heeft zich toegelegd op verkoop, plaatsing en onderhoud van biljarts. Van een enkel wedstrijdbiljart bij een particulier of in een café tot een hele serie tafels bij een vereniging. Daarnaast adviseert hij en levert hij de beste keuen en materialen. En uiteraard zoals het een grootmeester betaamt geeft hij les en zo nu en dan een clinic of demonstratie.